Laten we vooropstellen dat er twee typen mensen zijn: diegenen die Bear Grylls-stijl in volle overlevingsmodus schieten en de het-zal-zo’n-vaart-niet-lopen-mensen. Ik weet inmiddels dat De Man en ik die twee uitersten belichamen.
Olympia, Griekenland. Het is 1.54 uur ‘s nachts. Ik schiet rechtop in bed, zijn het de blaffende honden waar ik wakker van ben geworden? Ik schud De Man wakker uit zijn coma als de wereld begint te deinen. Poseidon, God Aardschudder, stampt er lustig op los. Een aardbeving. En een behoorlijk lange ook. ‘Woooow,’ klinkt het bewonderend naast me.
Na zo’n tien seconden houdt het op. Terwijl ik in drie lagen kleding schiet, pakt De Man zijn mobiel erbij. ‘Even kijken hoe zwaar deze was hoor. Wauw 5! Bizar hoe snel ze dat online hebben staan zeg. O. Wacht even. Dit is een nieuwsbericht van juni.’ Met beide duimen tikt hij door op het mobiele scherm. ‘Goh interessant, blijkbaar komt het hier best wel vaak voor.’
Intussen flitsen in mijn hoofd alle scenario’s voorbij.
Ik:
‘Waar liggen onze paspoorten, we moeten naar buiten.’
Hij:
‘Liefje, ik ga mee naar buiten hoor.’
Ik:
‘Doe je schoenen aan dan en pak een jas, kom!’
De Man:
‘Oh nee jas is niet nodig hoor, ik blijf niet zo lang buiten. Heb jij mijn bril trouwens ergens gezien?’
In niets meer dan een boxer rommelt hij op zijn gemak door zijn backpack. Om vervolgens trots te melden:
‘O kijk, hier issie al.’
Ik adem in. Ik adem uit. Ik piep dat ik nu toch echt wel naar buiten wil.
Op zijn sokken sloft hij nog even naar de badkamer. ‘Ja liefje, snap ik hoor maar ik moet echt heel nodig naar de wc.’
Een viertal mindfulle minuten later, waarin ik uitgebreid heb gegoogeld op ‘sterfkansen door aardbeving Griekenland’ zijn we dan toch echt zover. We kunnen naar buiten.
We hebben het overleefd.
Epiloog
We liggen weer in bed. Ik in mijn kleding. Mijn jas bij de deur met in de jaszakken de autosleutels, paspoorten en portemonnee. Vluchtklaar als een echte survivalist. Het enige wat ontbreekt zijn de bergschoenen en vuursteen. Naast mij ligt De Man. Gewoon weer in boxer, met een van zijn twee oordoppen alweer in en de smartphone voor zijn neus. ‘Oh kijk, nu staat er wel echt een nieuwsbericht online. Ja, 6.8 op de schaal van Richter joh. Pittig hoor.’
Ik:
‘Moet je misschien nog wat spullen klaarleggen voor als het straks weer gebeurt?’
Hij:
‘Nah.’
Ik:
‘…’
Hij:
‘Kay trusten!’
Ik:
‘…ok, welterusten.’
Nog geen 5 minuten later heb ik mijn ogen weer wijd open. Het bed schudt alle kanten op. Naast me zie ik nog net dat De Man ophoudt met het heen en weer duwen van het matras. ‘Dat hoofd,’ giert hij. ‘Ik kon het niet laten.’